“Die jongens zijn nooit gepakt, maar ik kon toch een aanvraag indienen”

“Ik kwam terug van een avond bij een vriend, die in het centrum van de stad woont. Uit een zijstraat kwam een groep van een man of zes mijn kant op. Half struikelend, veel gelach en gedoe, er was duidelijk alcohol in het spel. Ze blokkeerden mijn weg, dus ik gebruikte mijn fietsbel om ze aan de kant te krijgen.

Een paar jongens begonnen tegen me te schelden. Ik kwam er niet langs, dus ik stopte. Toen haalde onverwachts een van hen uit: een seconde later lag ik naast mijn fiets op de grond. Daarna voelde ik van alle kanten trappen. Ik boog mijn armen over mijn hoofd en dacht maar één ding: niet in mijn gezicht, niet in mijn gezicht.”

Opeens renden ze allemaal weg en lag Tom alleen op straat. “Een vrouw kwam aanfietsen, zij schrok zich rot en belde gelijk 112. Ik wist toen niet dat ik onder het bloed zat, was op dat moment alleen maar blij dat ik nog leefde. In het ziekenhuis hoorde ik dat ik – behalve veel blauwe plekken – een gebroken pols had, een gescheurde lip en vier gekneusde ribben.

Ik herstelde vrij snel en wist dat ik er nog goed vanaf was gekomen. Maar ineens had ik te maken met een voortdurend gevoel van angst. Heel raar om te ervaren, ik was geen bang persoon. Mijn huisarts stelde EMDR-therapie voor, die sloeg gelukkig goed aan. Hij attendeerde me ook op het Schadefonds. Hoewel die jongens nooit zijn gepakt kon ik toch een aanvraag indienen voor een eenmalige uitkering, zei hij.

Eerst dacht ik ‘laat maar zitten, ik ben er klaar mee’. Maar mijn vrouw en kinderen zagen het als een stukje gerechtigheid voor mij als slachtoffer van zinloos geweld. Mijn zoon hielp me om online de aanvraag in te dienen. Het proces-verbaal, het medische rapport en een beschrijving van het gebeurde had ik allemaal als digitale bestanden klaarstaan. Daarom ging het heel snel, binnen een kwartiertje was ik klaar.”

Vanwege de ernst van zijn verwondingen en psychische problemen kreeg Tom een bedrag van € 2.500 uitgekeerd. “Dat was een leuke verrassing! We hebben er onze woonkamer van opgeknapt. Ik ben blij dat mijn gezinsleden me hebben aangespoord om toch die aanvraag in te dienen.”

Blijf niet rondlopen met nare gevoelens en gedachten, adviseert Tom. “Er zijn hulpverleners die je echt verder kunnen helpen. Zorg ervoor dat je leven weer van jou wordt.”